>> HAND DIAGNOSTIEK - sectie: PSYCHIATRIE 3/12 <<
-
NIVEAU 1: de dermatoglyfen en schizofrenie.
-
De relatie tussen de dermatoglyfen van de hand en schizofrenie heeft inmiddels centraal gestaan in ruim 50 wetenschappelijke studies.
De meest consistente resultaten hebben betrekking op een viertal aspecten van de dermatoglyfen:
-
1 – veel spiralen op de vingertoppen (vingerafdrukken)
-
2 – relatief weinig huidlijsten tussen de a-triradius en de b-triradius
-
3 – verschillen tussen de rechter- en linkerhand
-
4 – gebroken huidlijsten.
Figuur C-1: de belangrijkste patronen die op de vingertoppen worden aangetroffen.
-
Ad 1: veel spiralen op de vingertoppen.
-
Uit meerdere studies is gebleken dat schizofrenie vaak gepaard gaat met spiralen op de vingertoppen
(of andere complexe patronen zoals de dubbele lus)1-3.
Ook kan zich dit manifesteren in een hoge ‘total finger ridge count’ (TFRC).
-
Echter de relatie met de patronen op de vingertoppen is mogelijk gekoppeld aan de situatie waarbij op (bijna) alle vingers hetzelfde patroon wordt aangetroffen.
In een studie van Charlotte Wolff werd bijvoorbeeld bij 11 van de 245 schizofrenen (= 4.5%) een boog patroon aangetroffen op alle 10 de vingers.
Normaal gesproken wordt deze combinatie bij niet meer dan 1 op 500 mensen aangetroffen.
-
Ad 2: weinig huidlijsten tussen de a-triradius en de b-triradius.
-
Een andere interessant fenomeen betreft het aantal huidlijsten dat tussen de a-triradius en de b-triradius wordt aangetroffen: zie figuur C-2.
Bij schizofrenen blijkt deze zogenaamde ‘a-b ridge count’ (ABRC) vaak vrij laag te zijn 4-6..
Overigens is in de vorige paragraaf beschreven dat een lage ‘a-b ridge count’ meestal gepaard met een A-lijn die horizontaal door de handpalm verloopt: zie figuur B-2c.
-
Bronnen:
-
1 - Maricq, H.R. (1979). Fingerprint pattern frequencies in schizophrenics. Importance of ethnic origin and plexus visualization score ratings. Human Heredity, 29 (5), p.314-319.
-
2 - Varma, S.L. (1995). Dermatoglyphic patterns in schizophrenics. Acta Psychiatrica Scandinavia, 91, p.213-215.
-
3 - Sivkov, S. & Akabaliev, V. (1998). Dermatoglyphics in schizophrenia: quantitative aspects. Folia. Med. (Plovdiv), 40 (3), p.44-50.
-
4 - Fananas, L. et al. (1996) Dermatoglyphic a-b ridge count as a possible marker for developmental disturbance in schizophrenia: replication in two sample. Schizophrenia Research, 20, p.307-314.
-
5 - Fearon, P. et al. (2001). Is reduced dermatoglyphic a-b ridge count a reliable marker of developmental impairment in schizophrenia? Schizophrenia Research, 50, p.151-157.
-
6 - Davis, J.O. & Bracha, H.S. (1996). Prenatal growth markers in schizophrenia: a monozygotic co-twin control study. American Journal of Psychiatry, Sep; 153 (9), p.1166-1172.