>> HAND DIAGNOSTIEK - sectie: PSYCHOLOGIE 4/7 <<
-
In de jaren negentig zijn de zogenaamde “persoonlijkheidstoornissen” een populair item geworden binnen de wetenschappelijke psychologie. Ook hierbij vormt het ‘nature-nurture’ debat een belangrijke kwestie. Inmiddels zijn meerdere studies verricht waarbij de dermatoglyfen als hulpmiddel zijn gebruikt om de etiologie van verschillende “persoonlijkheidstoornissen” te bestuderen1-3. En niet zonder succes.
In een studie van Jelovac1 is op basis van kenmerken van de dermatoglyfen een successcore van 69.84% geboekt bij het onderscheiden van 52 mannelijke patiënten met een Borderline persoonlijkheidstoornis van een controle groep bestaande uit 200 mannen.
In de wetenschappelijke literatuur is slechts één studie gepubliceerd waarin een persoonlijkheidsvragenlijst werd gebruikt in combinatie met het bestuderen van de kenmerken van de hand. In een studie van Boggle4 werd de Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI) gebruikt. Een hoge mate van asymmetrie tussen beide handen ten aanzien van de ‘a-b ridge count’ bleek in deze studie een indicatie te zijn een hogere gevoeligheid voor ‘developmental noise’. Mensen met een hoge mate van asymmetrie in de hand zouden in hun ontwikkeling mogelijk meer worden beïnvloed door omgevingsfactoren.
Inmiddels dienen zich nieuwe ontwikkelingen aan. Naast het onderzoek elders op deze website - 10 jaar hand onderzoek - is ook in de V.S. een psychologe actief die onderzoek verricht naar de relatie tussen persoonlijkheids-kenmerken en de kenmerken van de hand.
De Amerikaanse psycholoog Elizabeth Hallows gebruikt hierbij de MBTI–Step II (Myers-Briggs Personality Inventory): zie tabel D-1. De MBTI is gebaseerd op de persoonlijkheidstheorie van Carl Gustav Jung en staat bekend als de meest gebruikte persoonlijkheidsvragenlijst ter wereld.
|
|
|
De acht schalen van de MBTI:
|
Extraversie: E
|
Introversie: I
|
Zintuigelijk: S
|
Intuïtie: I
|
Denken: T
|
Voelen: F
|
Oordelen: J
|
Waarnemen: P
|
Tabel D-1: de MBTI.
|
In de sectie NEUROTICISME worden enkele onderzoeksresultaten gepresenteerd die betrekking hebben op de Big Five eigenschap Neuroticisme. Deze persoonlijkheidseigenschap werd gemeten met behulp van de NEO PI-R vragenlijst. Voor meer achtergrond informatie over het Big Five model, zie de sectie: NEUROTICISME.
-
Bronnen:
-
1 - Jelovac, N et.al. (1998). Dermatoglyphic analysis in borderline personality disorder and schizophrenia: results of a Croatian study. Collegium Antropologicum, 22, 1, p.141-148.
-
2 - Weinstein, D.D. et.al. (1999). Minor physical anomalies, dermatoglyphic asymmetries and cortisol levels in adolescents with schizotypical personality disorder. American Journal of Psychiatry, april, 156(4), p.617-623.
-
3 - Kandel, E. (1989). Minor physical anomalies and recidivistic adult violent criminal behavior. Acta Psychiatr. Scand., jan 79(1), p.103-107.
-
4 - Boggle A.C. et. al. (1994). Replication of asymmetry of a-b ridge count and behavioral discordance in monozygotic twins. Behavioral Genetics, vol.24, no.1, p.65-72.
-
